N-VA Roosdaal pleit voor spreiding sociale woningen

N-VA Roosdaal betreurt dat het gemeentebestuur opnieuw kiest voor grote sociale wijken om het bindend sociaal objectief te realiseren.

In 2008 werd voor elke gemeente in Vlaanderen vastgelegd hoeveel bijkomende sociale woningen ze tegen 2025 moet realiseren. Omdat de einddatum in zicht komt werd aan de gemeenten die het objectief nog niet bereikt hebben, gevraagd een lijst op te stellen van bouwgronden die in eigendom zijn van de gemeente, het OCMW en de verschillende kerkfabrieken. Op basis van die lijst moest de gemeente aanduiden welke 25 procent van de totale oppervlakte het meest geschikt leek om voor te behouden voor sociale woningbouw. 75 nieuwe sociale huurwoningen Tegen 2025 zou Roosdaal nog 75 sociale huurwoningen moeten realiseren. In Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek, in de nieuwe wijk Halleweg, zijn momenteel nog zeven huurwoningen in aanbouw, wat het totaal nog te bouwen woningen op 68 brengt.

Wij hadden gehoopt dat de meerderheid lessen zou trekken uit het verleden en niet meer zou gaan voor zeer grote sociale wijken. Helaas opteerde de meerderheid ervoor om het perceel in de Molenstraat (8.935 m²) als prioritair aan te duiden. Ook twee percelen in de Koning Albertstraat en het perceel in de Kerkstraat kwamen in het vizier. Blijkbaar werd voor dat laatste al een verkavelingsvergunning voor vijf percelen afgeleverd om ze op de privémarkt te verkopen. Wij konden dit voorstel echt niet goedkeuren omdat het niet past in de visie van N-VA Roosdaal. Intussen liet het agentschap Wonen-Vlaanderen aan de gemeente weten dat die in haar plan van aanpak niet kon aantonen dat ze voldoende inspanningen levert om het bindend sociaal objectief te bereiken. Roosdaal wordt nu ingedeeld in de zogenaamde categorie 2b en moet bijgevolg een overeenkomst sluiten met een sociale woonorganisatie of een openbaar bestuur. In die overeenkomst gaan de partijen het engagement aan om binnen de drie jaar maatregelen voor een bijkomend sociaal woonaanbod in de gemeente op te starten.