Gouverneur geeft N-VA op alle vlakken gelijk

In 2023 ging er haast geen gemeenteraad voorbij of er werd aan de raadsleden gevraagd om projecten goed te keuren zonder dat daarvoor de nodige budgetten in de meerjarenplanning voorzien werden. Omdat budgetten geen vodje papier zijn, bleef de N-VA-fractie steeds op dezelfde nagel kloppen en stemden we consequent. Ook als het ging om projecten die ons nauw aan het hart lagen.
We hebben helaas met z’n allen moeten vaststellen wat onorthodoxe budgettaire beslissingen op federaal vlak teweegbrachten. Bart De Wever was nog maar net aangesteld als informateur toen we een berisping kregen van Europa om budgettair orde op zaken te stellen. Dergelijke situaties willen we in Roosdaal vermijden. Want zeg nu zelf: de tabel belooft niet veel goeds. Voor de projecten die nog op stapel staan moet de gemeente nog op zoek naar bijna 3 miljoen euro.

De gouverneur verwoordde het als volgt: “Op basis van informatie verkregen van een raadslid werd vastgesteld dat in de loop van 2023 over verschillende dossiers beslissingen met financiële consequenties werden genomen waarvoor initieel niet de nodige ramingen in het meerjarenplan werden opgenomen. (…) Door deze werkwijze te volgen voor een aantal dossiers met een grotere financiële impact, is het voor de raadsleden evenwel bijzonder moeilijk om op het moment van hun beslissing de gevolgen op het financieel evenwicht van het bestuur in te schatten. Bovendien creëert het bestuur de indruk dat de aanpassing van het meerjarenplan van 21 december 2023 als doel had een aantal zaken achteraf te regulariseren. Dit terwijl het meerjarenplan in principe een instrument is op basis waarvan het bestuur haar beslissingen moet nemen zowel inhoudelijk als op vlak van kredietbewaking.”

Linda Van den Eede, N-VA-fractievoorzitter: “Uit de in juni voorgestelde jaarrekening 2022 bleek dat er ‘slechts’
een beschikbaar overschot was van 110.000 euro. U kan zelf de rekensom maken en samen met ons vaststellen dat er nog 2.750.000 euro moest gevonden worden.

Wat waren de opties?

1. ofwel werden sommige uitgaven voor 2023 sterk overgebudgetteerd (maar 2.750.000 euro valt er niet zomaar in elke schuif van het gemeentehuis te vinden);
2. ofwel moesten de belastingen verhoogd worden (maar dat zou in een verkiezingsjaar niet snel gebeuren);
3. ofwel moesten bijkomende leningen aangaan worden, wat op termijn de leninglast per inwoner sterk zou verhogen.

Uiteindelijk koos men optie drie, met als gevolg dat de schuldenlast steeg naar 1.350 euro per inwoner. En dat bedrag ligt ver boven het gemiddelde van alle Vlaamse gemeenten.”